Identificeer jij je onbewust met de dader of slachtofferrol?

Identificeer jij je onbewust met de dader of slachtofferrol?

10.03.2020
| Els van Steijn voor Holistik.nl

Regelmatig komt de dynamiek tussen slachtoffers en daders aan bod en hoe deze samenhangt met je familiesysteem. Want zolang we daders blijven buitensluiten, zullen vanuit het familiegeweten altijd onbewuste identificaties ontstaan en daderschap-patronen worden herhaald. 

Dader of slachtoffer: met welke rol identificeer jij je onbewust?

  1. Wat zijn de kenmerken van een dader en wat zijn kenmerken van een slachtoffer?
    Vaak denk je als mens in termen van schuld en onschuld: De dader is schuldig en het slachtoffer onschuldig. Vanuit je persoonlijke geweten trek je jouw conclusie over een situatie. Dit is het geweten van goed en kwaad. Het persoonlijke geweten fungeert als een kompas en stuurt daarmee je gedrag zodat je onderdeel blijft uitmaken van een voor jou belangrijke groep. Als je iets doet wat binnen de groepsnormen valt, voel je je onschuldig. Op deze manier kun je de meest afschuwelijk dingen doen, zonder je schuldig te voelen. Denk bijvoorbeeld aan jeugdbendes met criminaliteit en geweld of de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. De mensen die dergelijke gruwelijke daden hebben begaan, ervaren een schoon geweten. Hun daden zorgen ervoor dat ze bij hun groep horen.
    Nu terug naar je vraag ‘wat zijn kenmerken’? Een genuanceerde definitie formuleren is uitermate complex. Soms vindt iemand zichzelf geen dader of slachtoffer, terwijl dat in de ogen van iemand anders heel anders kan liggen. Dat kan voortkomen vanuit ontkenning, schaamte en/of een onrealistisch beeld over je eigen aandeel. Volgens Edith Eva Eger, die Auschwitz overleefde, word je uitsluitend slachtoffer door ervoor te kiezen aan de slachtofferrol vast te houden en de daarbij horende denkwijze te ontwikkelen: star, verwijtend, pessimistisch en zonder  los te kunnen laten. Je blijft in het verleden vastzitten en zoals Edith Eva Eger zegt: ‘Je wordt je eigen gevangenisbewaarder’. Dat je niet aan je rol van dader of slachtoffer voorbij kunt groeien is altijd uit onmacht. De winst om te veranderen is te klein: je pijn is te groot en je blijft gevangen in een menselijk drama. 
     
  2. Dader of slachtoffer zijn klinkt nogal groot / bedreigend. Vooral 'daderschap' kun je negatief opvatten. Kun je uitleggen hoe jij werkt met deze dynamiek met de mensen in je praktijk?
    Mededogen is een houding die ruimte schept. Iedere dader blijkt bijna altijd zelf slachtoffer te zijn geweest. Als een dader grensoverschrijdend gedrag vertoont zoals geweld, mishandeling of verkrachting is het duidelijk dat dit gebeurtenissen zijn die nooit hadden mogen plaats vinden. Vaak heb je een duidelijke mening wat er met de daders moet gebeuren. Meestal zijn je gedachten en verwensingen niet heel verheffend. Vanzelfsprekend komt dit voort uit je machteloosheid en frustratie. Zelfs de meest rechtschapen mens heeft begrip dat bijvoorbeeld kinderverkrachters afgeronseld worden, dan wel (de dood)straf verdienen. Hiermee verander je jezelf in een potentiële dader. Vanuit jouw persoonlijke geweten geef je jezelf het recht de ander te veroordelen. Je vindt jezelf dan ook ‘beter’. Door je veroordeling ontstaat al ‘daderschaps-energie’, die je hopelijk niet doorvoert in actief gedrag. De kunst is om gedrag en persoon los te koppelen. Het gedrag van de dader is nooit goed te praten en daar is gelukkig in Nederland een gelegitimeerde Rechtspraak voor in het leven geroepen. De daad is misselijkmakend en afschuwelijk, de mens achter de daad is dat niet. Mijn cliënten ondersteun ik om het lot van de dader bij de dader te laten en het eigen lot met alle pijn en kwetsuren onder ogen te zien.
     
  3. Waarom zijn daders en slachtoffers meer met elkaar verbonden dan je op het eerste gezicht denkt?
    Tussen daders en slachtoffers ontstaat altijd een binding, want de dader heeft ‘genomen’ van een slachtoffer, waardoor de wetmatigheid van de vereffening van geven en ontvangen wordt geactiveerd. In een positieve relatie werkt dat als volgt: Jij geeft iets aan een ander (aandacht, hulp, liefde, geld etc). Die ander kan dat ontvangen. Doordat die ander aanneemt, gaat hij of zij zich schuldig voelen. Dat gevoel is meestal lastig om uit te houden, dus gaat die ander weer geven. Als jij dan aanneemt wat de ander geeft, is de ander zijn schuldgevoel kwijt. Jij hebt iets moois of fijns ontvangen waardoor jij je weer schuldig voelt. Van dat gevoel wil je weer af. En omdat je die ander leuk vindt of iets gunt, geef jij weer iets terug en soms zelfs een beetje meer. Als de ander dat aanneemt, ontstaat een gezonde relatie. Relaties in welke vorm dan ook (behoudens tussen ouders en kinderen) zijn een constante uitwisseling van geven en ontvangen. De vereffening hoeft niet in dezelfde vorm plaats te vinden. Relaties vestigen zich dus in het kunnen ontvangen en niet in het geven.
    Stel nu dat de ander jou een klap verkoopt. Daarmee krijg jij het recht om een mep terug te geven: Oog om oog, tand om tand. Hierdoor denkt de ander weer het recht te hebben om een nieuwe schoffering toe te brengen, waardoor jij weer terug slaat en ga zo maar door. Hierdoor kom je in negatieve spiraal. Zo ontstaan oorlogen, vooral als je meent het recht te hebben en het nodig te vinden voor een ander te vereffenen terwijl het jou niet daadwerkelijk is aangedaan. Daders en slachtoffers zijn geen groepen mensen maar individuen, die individueel antwoord moeten vinden op hun disbalans tussen ‘geven en ontvangen’ en hoe ze daar mee omgaan.
    Dit patroon van negatieve vereffening is te doorbreken indien je de ander wel iets terug doet, maar net een beetje minder dan jou is aangedaan. Dan bestaat de kans dat de spiraal wordt doorbroken. Dan moet je het wel aankunnen om de wijste te zijn.
  4. Hoe zijn daders en slachtoffers vaak vervlochten in een familiesysteem?
    Een familiesysteem is de onlosmakelijke verbinding met al je biologisch familieleden. In mijn boek de fontein, vind je plek beschrijf ik het familiesysteem aan de hand van de metafoor van ‘de fontein’.  Stel je een mooie fontein voor met verschillende bakken met water die elkaar bevloeien. Bovenin staan de voorouders, daaronder je opa’s en oma’s en daaronder jouw biologische ouders. Jij staat altijd in de kindsbak onder je ouders, tezamen met je (half)broers/zussen, miskramen, geaborteerde kinderen en verzwegen kinderen in volgorde van geboorte (bloedband). Als jij op jouw plek staat in die onzichtbare fontein kun je uittekenen dat je leven in de basis een goede wending heeft. Alleen sta je niet altijd goed op jouw plek. Zie mijn boek voor verdere informatie over hoe je op jouw plek kunt komen te staan.
    Binnen een familiesysteem heerst een zogenaamd familiegeweten. Dat is iets anders dan je persoonlijke geweten. Dit geweten voel je niet maar is er wel. Het familiegeweten heeft meerdere taken, waaronder ‘iedereen die erbij hoort en wordt buitengesloten een plek te geven’ en ‘de vereffening van geven en ontvangen van het hele familiesysteem recht te trekken’.
    In de fontein is het duidelijk wat jouw plek is, bijvoorbeeld derde kind van jouw ouders. Dat is onbetwistbaar. Wat de meeste mensen niet weten is dat daders en slachtoffers ook bij je familiesysteem behoren. Net zoals ex-partners. Bij daders en slachtoffers maakt het niet uit of er sprake is van een bloedband. De slachtoffers die gemaakt zijn door een dader uit jouw familie of door jouzelf horen bij jouw familiesysteem. Als jij slachtoffer bent geworden van een dader die oorspronkelijk niet bij jouw systeem hoort, hoort de dader vanaf dat moment bij jouw systeem. Jij wordt vervolgens als slachtoffer aangenomen in het familiesysteem van de dader. Denk bij daders en slachtoffers niet alleen aan agressiviteit en grensoverschrijdingen, maar ook financieel misbruik of verlies van de ander dat voor jou heel gunstig uitpakt. Of je hebt veel geld verdiend ten koste van anderen etc.
    Daders en slachtoffers zijn dus door het familiegeweten onlosmakelijk met elkaar verbonden.
     
  5. Op welke manier heeft een dader of slachtoffer hinder van deze erfenis uit het familiesysteem?
    Daders en slachtoffers hebben geen vaste plek in ‘de fontein’. Deze energie zorgt voor onrust in een systeem. Dit kan in de generaties erna nog worden gevoeld. Denk hierbij aan de kleinkinderen van mensen die concentratiekampen hebben overleefd, die het moeilijk vinden om hun leven vol te leven.
    Het familiegeweten accepteert het niet als iemand wordt buitengesloten. Eens in de zoveel tijd zal iemand die later is geboren dan de (buitengesloten) dader of slachtoffer onbewust in dienst worden genomen door het familiegeweten, om ‘onbewust geïdentificeerd’ te raken met bijvoorbeeld de door de familie gemaakte slachtoffers. Zonder dat dit kind zich ervan bewust is, gaat dit kind leven volgens de dynamiek ‘ik volg je’ en ‘het zal mij niet beter gaan dan jou’. Dit kind, wellicht jij, zorgt er dan onbewust voor dat het zich zichzelf niet goed laat gaan.  Als dit kind dat onbewust is geïdentificeerd het zichzelf goed laat gaan, wordt het ‘ontrouw’ aan de persoon met wie het kind is geïdentificeerd. En dat is niet uit te houden, want de onbewuste identificatie is de grote liefde van dit kind.
    Stel nu dat het kind onbewust is geïdentificeerd met de slachtoffers, gaat dit kind ook slachtoffergedrag vertonen. En steeds als het weer goed lijkt te gaan met dit kind, wordt het weer slachtoffer.
    Stel nu dat het kind onbewust is geïdentificeerd met de daders, dan zal dit kind ook negatief daderschap vertonen. Het kind volgt patronen van de persoon met wie het is geïdentificeerd en zal dus ook slachtoffers gaan maken. 
    Daarnaast kan het familiegeweten ervoor zorgen dat de balans van geven en ontvangen wordt hersteld. Stel nu dat je familiesysteem veel heeft ‘genomen’ in het leven. Dan kan het zijn dat jij als kind juist heel veel gaat geven om onbewust te compenseren. Dit kan zelfs zover gaan dat zelfmoord wordt gepleegd.
    Hoe deze onzichtbare patronen zich bij jou manifesteren is in een opstelling bloot te leggen. Door opstellingen kunnen onbewuste identificaties worden doorbroken.
     
  6. Hoe kom je los van je rol als slachtoffer?

Edith Eva Eger hanteert als definitie van slachtofferschap dat je je focus buiten jezelf legt, dat je buiten jezelf op zoek gaat naar iemand die je de schuld kunt geven voor je huidige omstandigheden of die je jouw doel, lot of waarde wilt laten bepalen. 

Ieder mens heeft zijn eigen overlevingsmechanisme om complexe en vernederende zaken door te komen. Mogelijk ben je getraumatiseerd. Hoe hard het ook klinkt, je moet bereid zijn om geen slachtoffer meer te zijn. Slachtoffer zijn heeft ook voordelen in zich. Ook is het vaak makkelijk om een manier te vinden om jezelf de schuld te geven, alsof je ‘het’ hebt verdiend in negatieve zin. Daarmee ontken je dat je slachtoffer bent. Soms gaat iemand direct terug naar de normale gang van zaken om controle terug te pakken. Dat is prima mits je het volgende ook maar oppakt: Je laat los wat niet van jou is en kijkt aan wat wel van jou is. Je laat de verantwoordelijkheid voor datgene dat niet van jou is bij de dader. Je mag altijd feedback geven en grenzen stellen. Ga niet vergeven. Hoe nobel het ook klinkt en hoe hoog dat ook in aanzien staat, vanuit vrij je eigen leven verder leiden is het belastend. De dader heeft genomen door zijn of haar daad. Dit is nemen. Als je dan ook nog vergeeft, ontvangt de dader nog meer waardoor de balans van geven en ontvangen helemaal wordt verstoord. Hierdoor blijf je op een negatieve manier aan elkaar verbonden. Loslaten dus en niet vergeven. De volle verantwoordelijkheid voor wat er is gebeurd laat je bij de ander. Het is jouw verantwoordelijkheid hoe je ermee omgaat. Dat is hoe dan ook een pijnlijk proces en heeft tijd nodig. Dat betekent de pijn aangaan op alle lagen en de stappen te zetten die nodig zijn, wellicht dat verzoening zelfs mogelijk is en misschien ook niet. Het aangaan van je primaire emoties is hierbij helend. Primaire emoties zijn verbonden aan een wond, zijn kort en heftig en maken je schoon van binnen. Zie mijn boek voor uitleg en hoe je dit kunt doen. En durf hulp te vragen. Je hoeft het niet alleen te doen. Vind een manier dat je mensen weer durft te vertrouwen, inclusief jezelf.
 

  1. Hoe kom je los van je rol als dader?
    Als jij de dader bent, erken dat dan. Dat is helend voor jou en ook de ander. Boete doen is zinloos. Doordat je je schuldig voelt, ga je soms boete doen en jezelf straffen. Of je zegt constant tegen jezelf dat je je zo schuldig voelt. Daarmee put je jezelf uit en het dient nergens toe. Het slachtoffer noch jij zijn daarmee gebaat. Het ontneemt je je waardigheid en energie. Wat helpt is dat je jouw lot aankijkt. Jouw lot zijn alle omstandigheden die jou tot op de dag van vandaag hebben gemaakt tot wie je bent met al het mooie en ook het zware. Het is een wetmatigheid dat als je jouw lot echt aankijkt je altijd kracht krijgt. Je denkt vaak dat wegkijken makkelijker is. Brene Brown zegt: “Als we het moeilijk hebben, zijn velen van ons beter in staat om pijn te veroorzaken, dan zelf de eigen pijn te voelen.” Dan kijk je je eigen lot niet aan. Realiseer je dan ook dat een familiesysteem alles altijd onbewust met elkaar draagt. Wat jij niet aankijkt en zelf draagt, wordt door de volgende generatie overgenomen, die daardoor minder in staat zijn om hun eigen leven te leiden. Wellicht zijn dat jouw kinderen… Hoe dit soort generatie-overstijgende  dynamieken werken, zie mijn boek ‘de fontein’.
    Blijf weg van excuses naar jezelf, het gebeuren te bagatelliseren of je aandeel te ontkennen. Maak je slachtoffer ook weer menselijk, daarmee kom je eerder bij je eigen heling. Daders ‘rechtvaardigen’ hun daden vaak doordat de ander niet als mens/menselijk wordt gezien. Ga door je schaamte heen en doe wat gepast is in deze situatie. Groei daardoor als mens. Agressie kan veel vernietigen maar je kunt het ook gebruiken om iets goeds tot stand te brengen. Een misstap in je leven, wil niet zeggen dat je je leven hebt verknald en niets meer waard is.
     
  2. Wil je verder nog een laatste wijze raad mee geven?
    Paolo Coelho beschrijft in een van zijn boeken ‘Maak dat ik voldoende nederig ben om te aanvaarden dat ik niet anders ben dan anderen’. Als je als mens extreem gehecht bent aan ‘goed zijn met een hoge moraal’ kan het zijn dat jij ook een onbewuste identificatie hebt. In het dagelijkse leven heb je het dan wel makkelijker en het maakt de wereld ook veiliger. Wees dankbaar dat dat jouw lot is. Zolang we als samenleving de daders buitensluiten zullen er vanuit het familiegeweten altijd onbewuste identificaties ontstaan en zullen daderschap-patronen worden herhaald. Daders blijven te allen tijde verantwoordelijk voor hetgeen ze hebben gedaan en daarvoor moeten ze gepast worden gestraft. Realiseer je dat daders vaak ook slachtoffers zijn geweest en dat de slachtoffers door hun beschadiging vaak ook weer daders worden. Een in en in verdrietige spiraal. Realiseer je dat je altijd zelf een keuze hebt hoe je ermee om kunt gaan. Niemand kan van jou een slachtoffer maken. Dat kun je alleen zelf. Vraag je dus niet af ‘Waarom ik?’ maar ‘Wat doe ik eraan’?
    Als je goed op jouw plek in de fontein staat, verkleint dat de kans dat je een dader of slachtoffer van jezelf maakt. De kunst is om op je eigen plek te staan en de ander zijn plek te gunnen. Zo creëer je verbinding met jezelf en met de ander. Verbinding geeft kracht, waarmee je waardevolle doelen kunt bereiken!