Gun je jouw vader zijn plek?
Waarin verschilt de plek van je vader en je moeder binnen de fontein?
Je bent 50% je vader en 50% je moeder. Beide ouders innerlijk ‘aannemen’ is essentieel voor een kind (en je blijft altijd kind van je ouders). Als je je ouders innerlijk afwijst, installeer je het patroon dat je juist bij hen afwijst vanuit onbewuste loyaliteit bij jezelf. Ken je het liedje van Stef Bos, ‘papa, ik lijk steeds meer op jou’ waarin hij bezingt dat hij eigenlijk helemaal niet zo wilde worden en dat dat toch is gebeurd? Daar gaat deze wetmatigheid over. Hoe meer je ouders mogen zijn wie ze zijn, hoe groter de kans dat jij niet zo wordt als zij.
Stel je een mooie fontein voor die uit meerdere bakken met water bestaat. Bovenin staan je voorouders, daaronder je opa’s en oma’s, dan de bak met je biologische ouders, daaronder jij met je broers en zussen in volgorde van geboorte en daaronder jouw kinderen, miskramen, abortussen etc. En ga zo maar door. Jij staat altijd in de kindsbak onder je ouders. De ene plek is niet beter dan de andere. Om je innerlijk vervuld te voelen moet je op jouw plek in de fontein gaan staan, waarbij je beide ouders hun plek gunt in de bak boven je. Uitsluitend op jouw plek pak je de onzichtbare stroming van de fontein op die zo essentieel is voor je welzijn. Je kan uittekenen dat als iemand moeite heeft met het vinden van zijn plek in het dagelijks leven, hij of zij niet goed staat in de fontein. Stiefouders staan niet in deze fontein, net zo min als pleegouders en adoptieouders. Zij vormen een andere fontein, die vaak voor veel goeds zorgt. De fontein van het systeem van herkomst is echter het systeem met de grootste invloed op jou. In dit systeem zitten wetmatigheden en daar kun je niet aan ontkomen. Wel kun je die onzichtbare wetmatigheden voor je laten werken.
Noem eens voorbeelden van die wetmatigheden?
Je kunt alleen dragen wat van jou is. Als je verantwoordelijkheid overneemt die niet van jou is, verzwak je zowel jezelf als de ander. Tijdelijk verantwoordelijkheid overnemen is geen probleem, maar uiteindelijk verlies je het, want je kunt niet oplossen wat niet van jou is. Bijvoorbeeld de onzekerheid bij je moeder na de scheiding van haar huwelijk, de neiging tot verslavingen van je vader of het niet kunnen omgaan van de bijhorende emoties door hen. Een andere wetmatigheid is dat je niet uit je systeem van herkomst kunt stappen. Als je niet erkent waar je vandaan komt, zullen de patronen uit je familiesysteem je juist extra hard achtervolgen; zelfs als je naar de andere kant van de wereld verhuist.
Wat is de rol van je vader volgens het familiesysteem en wanneer staat je vader op een gezonde plek in de fontein?
Als je je vader zijn plek gunt, krijg je je natuurlijke daadkracht en ambitieniveau. Als je je vader zijn plek ontzegt, ontstaat bewijsdrang. Je gaat op zoek naar erkenning. Een klein gedeelte van de mensen doet echter het tegenovergestelde en dat is totaal daadkrachtloos worden. Zij zijn niet vooruit te branden en tonen geen enkel initiatief. Om de een of andere reden is je vader essentieel voor het gevoel van ‘gezien worden’. Als jij je vader verwijt dat hij jou niet ziet, ontstaat het verlangen om je maatschappelijk te bewijzen en erkenning te zoeken. Het lastige is dat de successen die je behaalt niet opwegen tegen het lege gevoel dat je innerlijk ervaart als je je vader zijn plek niet gunt. Stel dat het lukt om je vader wel ‘aan te nemen’ dan wordt de bewijsdrang op miraculeuze wijze omgezet in je natuurlijke dadendrang. En dat is een heel andere drijfveer dan te werken vanuit het verlangen om gezien te worden. Bij je natuurlijke dadendrang ben je veel minder gevoelig voor wat de buitenwereld van je denkt en dat geeft rust. Wat ook een bekend patroon is als je je vader afwijst, is dat je spiritueel wordt en vaak een vaderfiguur (goeroe) zoekt. Het lijkt erop dat bij afwezigheid van je vader in jou, je je leidraad elders gaat zoeken. Met je vader innerlijk bij je word je ‘aardser’.
Wanneer kun je spreken volgens het systeem van een ‘verstoorde’ band tussen jou en je vader?
Als je in de fontein je vader niet ‘boven’ je in de bak kunt zetten, ontstaat een ‘verstoorde’ band en dus die bewijsdrang. Hoe zet je je vader boven je in de fontein? De reden waarom je niet goed op jouw plek in de fontein staat, is omdat je soms naar boven in de fontein beweegt. Je staat dan niet meer op jouw plek (waardoor je in het leven alles op eigen kracht moet doen want je pakt de stroming van de fontein niet op), maar bent ‘opgestegen’ naar de bak van je ouders of zelfs erboven. Dat doe je doordat je bijvoorbeeld verantwoordelijkheid overneemt van je vader die niet van jou is. Denk aan het regelen van zaken die hij eigenlijk zou moeten doen of je ontlast hem door niet te delen wat er in je leven voor ingewikkelds speelt. Daarmee ontneem je hem zijn plek.
Een andere manier van opstijgen is dat je een oordel over je vader hebt. Wat hij geeft, doet of juist nalaat is niet goed genoeg. Het lastige is dat je wel gelijk kunt hebben, maar als jij opstijgt boven hem in de fontein gaat het jou niet goed (wederom een wetmatigheid). Vaak bevestigt je omgeving ook nog eens dat je vader ‘raar’ of ‘vreemd’ doet, waardoor je je gesterkt voelt om op te stijgen...
Je ouders en dus ook je vader zijn een ‘package deal’. Dat betekent dat hij een ‘package’ is van al het mooie, het minder mooie en ook alles waar je zo naar verlangt. Je stijgt op als je onderdelen niet aanneemt. Als je alleen het mooie ziet van je vader, zie je hem niet, want hij brengt nog meer mee. Je idealiseert hem. Als je alleen het minder mooie ziet, zie je hem ook niet. Pas als je ‘ja zegt’ tegen het complete plaatje komt je vader op zijn plek te staan en wordt de band hersteld.
Maar je wilt toch niet alles aannemen? Denk bijvoorbeeld aan agressief gedrag, een verslaving of beledigingen?
Dat klopt. Het lastige is dat je te maken hebt met die wetmatigheid waarbij je onbewust bij jezelf installeert wat je bij hem afwijst. Hoe harder je roept dat je niet op je (bijvoorbeeld) agressieve vader wilt lijken, hoe groter de kans is dat jij ook (passief) agressief gedrag vertoont. Idem met verslavingen, maar wellicht krijg jij een suiker-, gok of sportverslaving in plaats van een alcoholverslaving. Hoe kun je hiermee omgaan?Je laat bij hem wat van hem is en kijkt aan wat van jou is. Wat van hem is, is het agressieve gedrag, die verslaving of die lelijke opmerking. Die laat je los. Het is zijn verantwoordelijkheid welk gedrag hij vertoont, dat kun je bijna nooit veranderen. Wel mag je je vader altijd feedback geven op zijn gedrag en wat het met jou doet. Ook mag je altijd grenzen stellen. Hij mag bijvoorbeeld alleen langskomen als hij nuchter is. Hiermee blijf jij in jouw bak en hij mag in zijn bak blijven. Vervolgens ga je uitzoeken wat van jou is. Dat jij wellicht ook onaardig wordt en gaat schreeuwen. Of dat je je terugtrekt. Daarnaast zul je ook altijd vervelende gevoelens ervaren: machteloosheid, eenzaamheid, je afgewezen voelen of schaamte etc. Jouw gedrag en je bijbehorende gevoelens zijn van jou. Daar ben jij verantwoordelijk voor en niemand anders. Evalueer je gedrag op effectiviteit en formuleer concrete gedragsvoornemens hoe je de volgende keer kunt reageren. De nare gevoelens kun je in je lijf opsporen en daar naartoe ademen. Dan zal je je direct rustiger voelen.
Wat zijn de meest gehoorde moeilijkheden die kinderen in het contact met hun vader ervaren?
Jouw vader heeft ook een geschiedenis achter zich. Wellicht heeft hij voor zijn ouders gezorgd of heeft hij (ook) een flinke mening over zijn ouders. Daardoor heeft je vader tekorten opgelopen in de fontein. Wellicht heeft hij traumatische zaken meegemaakt. Ook werd er in ‘vroegere tijden’ niet zo openlijk over gevoelens gesproken als tegenwoordig. Sommige culturen kennen ook een ongeschreven groepsnorm dat ze liever hun tong afbijten dan te uiten wat er speelt (oa. Indonesië). Je weet dus nooit welk lot je vader heeft. De kinderen van deze vader kunnen allerhande gedrag van hun vader tegenkomen. Mogelijk is de vader innerlijk afwezig. Hoewel hij fysiek in de ruimte is, is hij emotioneel onbereikbaar. Als de vader zijn moeder (jouw oma) heeft afgewezen of in extreme mate voor haar heeft gezorgd mist hij het vermogen om zich te kunnen verbinden met anderen. Hij is dan onveilig gehecht (zie het artikel ‘Wat de verbinding met je moeder vertelt over je liefdesleven’). Dat betekent ook dat hij jou in essentie niet kan zien. Vaak voel je dat als afwijzing en heb je de valse hoop dat als je nog liever, aardiger, slimmer, mooier etc geweest zou zijn, hij je wel gezien zou hebben. Nee, dat is kansloos. In de meeste gevallen heeft het niets met jou te maken.
Soms heeft het overlevingsmechanisme de vader gehard of er juist voor gezorgd dat hij narcistische neigingen heeft. Alles moet dan om hem draaien. Een te groot ego was ooit een antwoord op iets dat in het verleden heeft plaats gevonden. Verder is mogelijk dat hij besloten heeft om het anders te doen dan zijn ouders waardoor hij een enorme behoefte heeft om de opvoeding van de kinderen meer dan goed te doen, waardoor hij een extreme zorgbehoefte heeft. Vaak zorgt dat voor aanhankelijke kinderen, want de kinderen voorzien dan in de behoefte van de vader om (te) veel liefde te geven, wat verstikkend werkt. De kinderen zorgen dan eigenlijk voor de vader.
Hoe kan de fontein je helpen in het helingsproces om je vader de plek te geven die hij toekomt?
Het doet er niet toe of je vader jou al dan niet ziet. De vraag is of jij hem ziet. Vaak verwijt je je vader dat hij jou niet kan zien of dat hij rare dingen doet of juist iets essentieels voor jou nalaat. Mijn wedervraag is dan ‘kun jij hem wel zien in de gehele package deal’?Soms kan een vader je gewoonweg niet zien en kan hij je niet geven waar je zo naar verlangt. Dat is de realiteit en mijns inziens is de realiteit het meest helend. Mijn ervaring is dat de mensen die realiteit prima aankunnen, al zeg ik niet dat dat makkelijk is. Valse hoop blijkt funest in een helingsproces. In mijn boek ‘De fontein, vind je plek’ beschrijf ik uitgebreid hoe je kunt loslaten, waarbij je bij je vader laat wat van hem is en dat je aankijkt wat van jou is. Op deze manier blijf je in verbinding. Hiermee kom jij op jouw plek in de fontein en voorkom je dat je opstijgt. Want als jij opgestegen bent, voelen jouw eigen kinderen dat altijd. In eerste instantie gaan ze voor jou zorgen (wat niet kan, want ze kunnen niet dragen wat niet van hen is) en meestal realiseren de kinderen zich dat ze het niet kunnen oplossen voor jou en dan krijgen ze een oordeel over je. Goh, wat lijk je op je ouder… Zo worden patronen generaties op generaties doorgegeven.
Een belangrijke stap in het gunnen van de plek van je vader is je claim loslaten. Vaak denken kinderen dat ze recht hebben op hetgeen waarvan ze menen dat ze tekort zijn gekomen, al was het maar een excuses. Helaas werkt de fontein niet zo. Dan ga je eisen van je ouders. En als (volwassen) kind heb je niets te eisen. Je mag wel vragen en feedback geven, maar als je ‘eist’ zeg je eigenlijk dat de ouder geen goede ouder is. Dan stijg je op en gaat het jou niet goed. De kunst is dus om je claim los te laten. In bijna alle gevallen heb je heel veel ontvangen en anders is dat jouw lot. Jij moet een antwoord vinden op jouw lot. Dat geeft kracht en waardigheid.
Op welke manier kan je leven een positieve wending krijgen wanneer je met het ‘vader-stuk’ aan het werk gaat?
Het is een heel aangenaam gevoel om in het leven te staan vanuit de gedachte ‘ik ben in de basis oké’. Als je je vader zijn plek gunt, wijs je jezelf daardoor ook niet meer af. Je bent immers 50% je vader en 50% je moeder. Als je in staat bent om de package deal van je vader ten diepste te omarmen zal je ook veel minder kritisch worden op anderen. Je leert genuanceerder te kijken want je snapt dat mensen nu eenmaal een package deal zijn. Je bent daardoor milder en met meer compassie naar anderen, inclusief jezelf. Ook zal je merken dat je minder bevestiging van anderen nodig hebt. En daarnaast zul je vermoedelijk minder verzeild raken in autoriteitsconflicten. Als je je vader namelijk niet boven je kunt zetten in de fontein zal dat patroon zich herhalen in je verdere leven, waaronder ook in je professionele leven. Dit uit zich vaak in mot met de lagen boven je of andere autoriteiten. Als je je vader boven je in de fontein kunt zetten, zie je dat terug in je gezicht. Je zult merken dat je krachtigere trekken gaat krijgen. Dat is heel aantrekkelijk. Als je een man bent, is het des te belangrijker om je vader innerlijk aan te nemen. Als je hem afwijst, wijs je je mannelijke kracht af. En jongetjes kunnen alleen van hun vader leren hoe het is om man te zijn. Dat kan een moeder nooit bereiken.
Tot slot: ik ben ervan overtuigd dat als mensen over minder bewijsdrang beschikken we een fijnere wereld krijgen waarin we elkaar meer gunnen. Als ‘alfamannetjes’ (kunnen ook vrouwen zijn) elkaar beconcurreren krijgen we afgunst, agressie en minder ruimte voor elkaar. Als je voelt dat je je niet constant hoeft te bewijzen of dat je het idee hebt dat je constant je plek zou moeten verdienen, kunnen we de vrijgekomen energie die nu niet meer verloren gaat aan strijd en gedoe, gebruiken voor iets goeds. Denk je eens in wat voor moois we dan tot stand kunnen brengen!