Wanneer voelen kinderen zich veilig?

Wanneer voelen kinderen zich veilig?

17.04.2019
| Els van Steijn voor holistik.nl

Bij hechting voel je je in essentie verbonden in plaats van gebonden of uit verbinding. Het geeft je de vrijheid te zijn wie je bent en je gunt dat de ander ook. Hechten zegt iets over je vermogen je te verbinden met andere mensen. Je kunnen verbinden zorgt ervoor dat je echt beschikbaar bent (voor of) in een relatie. Dat hoeft niet per se een liefdesrelatie te zijn. Het kan ook gaan over relaties met een ouder, zus/broer, vriend(in), collega, teamgenoot of verenigingslid etc. Bij een verbinding snap je dat geven en ontvangen een continue vereffening over en weer is. Zo is een relatie steeds op zoek naar een balans. Dat gaat verder dan een praktische uitwisseling in de vorm van aandacht, gezelligheid, zorg & bescherming, het delen van een huishouden tot het opvoeden van de kinderen. Dit is een tastbaar niveau van verbinding. Bij hechting ga je naar een niveau dieper: het is een overgave aan hoe het is in plaats van hoe je zou willen dat het is. Je zegt ‘ja’ tegen de hele ‘package deal’. Je gunt iemand zijn of haar plek in plaats van te eisend zijn of je juist te klein maken. Mijns inziens is een relatie (en de liefde) nooit onvoorwaardelijk, zelfs als je veilig gehecht bent. Ik geloof dat uitsluitend de verbinding tussen ouders en kinderen (ongeacht je leeftijd) onvoorwaardelijk kan zijn, hoewel dat anders kan voelen.

Kun je iets vertellen over wat het begrip ‘hechting’ betekent in relaties? 

Bij hechting voel je je in essentie verbonden in plaats van gebonden of uit verbinding. Het geeft je de vrijheid te zijn wie je bent en je gunt dat de ander ook. Hechten zegt iets over je vermogen je te verbinden met andere mensen. Je kunnen verbinden zorgt ervoor dat je echt beschikbaar bent (voor of) in een relatie. Dat hoeft niet per se een liefdesrelatie te zijn. Het kan ook gaan over relaties met een ouder, zus/broer, vriend(in), collega, teamgenoot of verenigingslid etc. Bij een verbinding snap je dat geven en ontvangen een continue vereffening over en weer is. Zo is een relatie steeds op zoek naar een balans. Dat gaat verder dan een praktische uitwisseling in de vorm van aandacht, gezelligheid, zorg & bescherming, het delen van een huishouden tot het opvoeden van de kinderen. Dit is een tastbaar niveau van verbinding. Bij hechting ga je naar een niveau dieper: het is een overgave aan hoe het is in plaats van hoe je zou willen dat het is. Je zegt ‘ja’ tegen de hele ‘package deal’. Je gunt iemand zijn of haar plek in plaats van te eisend zijn of je juist te klein maken. Mijns inziens is een relatie (en de liefde) nooit onvoorwaardelijk, zelfs als je veilig gehecht bent. Ik geloof dat uitsluitend de verbinding tussen ouders en kinderen (ongeacht je leeftijd) onvoorwaardelijk kan zijn, hoewel dat anders kan voelen. 
 

Wat heeft je als volwassene goed kunnen hechten te maken met het ervaren van een gevoel van veiligheid als kind?

Als je goed gehecht bent, krijg je het vermogen je te verbinden aan anderen. Zoals je met je moeder verbonden bent, bepaalt je maximale capaciteit om je te verbinden aan anderen. Als je hechting met je vader goed is, krijg je je natuurlijke daadkracht en het vermogen je te begrenzen. Als je in staat bent om je te begrenzen, kun je op een veilig(ere) manier je wereld verkennen en mogelijk ook vergroten. Dit doe je dan vanuit een positieve motivatie in plaats van een negatieve motivatie (door schade en schande wijs worden). Beiden vermogens heb je nodig in het leven: je kunnen verbinden maar ook je kunnen begrenzen. Relaties worden onveilig als je je niet kan begrenzen. Dan verlies je constant jezelf, want je geeft jezelf helemaal over. Dat klinkt romantisch en prachtig, maar ik zie dat als ongezond en het maakt je te afhankelijk van de gemoedstoestand van de ander. Nu terug naar je vraag. Als je in de kindertijd veilig gehecht bent, bouw je een voorsprong op in het leven, want je bent in staat om van jongs af aan gezonde relaties te bouwen en je niet te lang te begeven in omstandigheden die slecht voor je zijn.  Als je destijds onveilig gehecht bent, kun je dat altijd herstellen door innerlijk op jouw plek in ‘de fontein’ te gaan staan. Met de fontein bedoel ik jouw plek in het familiesysteem. Hoe je dat doet, beschrijf ik in mijn boek ‘De fontein, vind je plek’ en in eerdere artikelen, waaronder ‘Dit is waarom kunnen ontvangen de basis is van elke gezonde relatie’.
 

Wat zijn de meeste bekende gevallen waarin kinderen geen veiligheid binnen het gezin ervaren (los van de ‘usuals’ wanneer geweld wordt gebruikt of seksueel misbruik heeft plaats gevonden)?

Onveiligheid kan zich op allerlei manieren uiten. Je bent bijvoorbeeld te vroeg volwassen geworden. Je moest om wat voor reden dan ook voor je ouders zorgen, je bemiddelde tussen hen of je nam de rol van de ontbrekende vader of moeder in. Je hield jezelf onzichtbaar omdat je ouders het al zo zwaar hadden met je broer of zus. Dit zijn allemaal voorbeelden waar je verantwoordelijkheid overneemt die niet van jou is. Hierdoor verbind je je niet op de juiste manier met je ouders waardoor de hechting minder gezond zal zijn. Ook is het mogelijk dat je een flink oordeel hebt over je ouders. Ze zijn nalatig, eisend, raar, dom of ze zien je in essentie niet etc. Het lastige is dat je wel gelijk kunt hebben en je vrienden zullen je wellicht daarin bevestigen, maar jij gaat door jouw oordeel uit verbinding met hen en dan gaat het jou niet goed. Dit heeft altijd gevolgen voor je hechting. Zie mijn boek, ‘De fontein, vind je plek’, voor verdere uitleg. 

Een andere situatie waarin onveiligheid wordt ervaren, heet een ‘onderbroken uitreiking’. Stel je voor dat jij als klein kind een tijdje in het ziekenhuis moest liggen (couveuse of opname). Een klein kind snapt niet dat de ouder er opeens niet is. De afwezigheid van een ouder wordt door een jong kind ervaren als doodsangst. Want een kind is voor het gevoel voor overleving totaal afhankelijk van de aanwezigheid van de ouders. Een kind reikt van nature uit. Een klein kind steekt de armen naar de ander uit om opgepakt en geknuffeld te worden. Door de tijdelijke afwezigheid, vanwege een ziekenhuisopname, of een ouder die om wat voor reden afwezig is, enge logeerpartijen of in vroegere tijden naar kostschool worden gestuurd, verliest het kind het vertrouwen dat het bij de ouder kan halen wat het zo nodig heeft. Het kind besluit ‘ik doe het wel alleen’. Het kind reikt niet meer uit. Ook als de ouder daarna weer beschikbaar is, zal het kind die liefde niet meer of in beperkte mate aannemen. Dit gedrag herhaalt zich later in het leven. 
 

Hoe kunnen ouders zorgen voor een gevoel van veiligheid naar hun kinderen toe?

Over het antwoord op deze vraag kun je boeken vol schrijven. Een eerste essentiële voorwaarde is dat de ouder moet toestaan dat het kind evenveel van de ene ouder mag houden als van de andere. Zeker bij scheidingen is het pure noodzaak dat beide ouders tegen de kinderen uitspreken: “Je mag evenveel van mama/papa houden als van mij”. En “van mij mag je altijd naar papa/mama gaan”. Als een kind deze vrijheid niet voelt, ontstaat een enorm loyaliteitsconflict. Het kind is immers 50% de vader en 50% de moeder. Als de ene ouder de andere ouder afwijst, voelt het kind ‘kramp’ van binnen, want het weet dat een essentieel deel van zichzelf wordt afgewezen. Dergelijke kinderen krijgen altijd moeite met hun plek vinden in het leven. Ze zorgen dan vaak voor de ene ouder (door niet toe te bewegen naar de andere ouder) en wijzen de andere ouder af want het wordt niet geaccepteerd om van die ouder te houden. Daarmee doet een kind zich flink tekort want het kind voelt zich incompleet. 

Verder is het belangrijk dat de ouders zorgen dat zij goed op hun plek in ‘de fontein’ staan. Als de ouders behoeftig zijn doordat ze niet bereid zijn (of in staat zijn) aan te kijken wat van hen is, gaat het kind die last dragen. Een kind kan bij de geboorte al voelen of een ouder behoeftig is of niet. Een kind doet zeker als het jong is alles voor zijn ouders en gaat zorgen dat die behoeftigheid wordt ‘opgelost’. Dit zal nooit lukken en is ook niet de taak van een kind, wat weer gevolgen heeft voor de hechting. Zo zijn er ouders die zeggen dat ze zoveel liefde te geven hebben en vervolgens klagen dat het kind zo afhankelijk is en constant knuffels komt geven. Deze ouders verhalen hun behoeftigheid op het kind. Als gevolg hiervan wordt het kind extra aanhankelijk. Pas als de ouders hun eigen thema’s echt aan hebben gekeken, voelt het kind zich vrij zijn of haar eigen leven te leiden. 
 

Maar je wilt toch niet alles aannemen? Denk bijvoorbeeld aan agressief gedrag, een verslaving of beledigingen?

Het gebeurt vaak dat een kind de voornaamste focus is in de relatie van de ouders. Dan gaat het kind ‘voor’ de relatie van de ouders.  Dat is onveilig voor het kind. Het kind krijgt een te grote plek in het leven van de ouders en dat is belastend voor het kind. Het lijkt mooi dat het kind zo het centrum van de aandacht is, maar diep van binnen weet het kind dat dat niet klopt. Net zo min het goed is voor het kind als het te weinig aandacht krijgt. Een kind voelt zich veilig en ontspannen als het weet dat het goed gaat met de relatie tussen de ouders en dat ze elkaar respecteren. Dus vergeet vooral niet om oprechte aandacht in elkaar als partner te blijven steken en doe regelmatig ook iets leuks met zijn tweeën (en praat dan niet alleen over de kinderen). Geen grenzen stellen is ook funest voor de veiligheid van een kind. Aan de hand van grenzen kunnen kinderen zich oriënteren. Ouders moeten daarom ook consequent zijn. Duidelijkheid verschaft veiligheid. Hierdoor ontwikkelen kinderen een geweten. Ze ervaren wat goed en slecht is. Daardoor wordt hun persoonlijke geweten hun referentiekader. Kinderen die alles mogen, bouwen geen geweten op waardoor ze nooit een goed, noch een slecht geweten hebben. Dat is heel onveilig voor zowel jezelf als de buitenwereld. Aan de hand van grenzen kun je groeien. Soms ga je over het randje. Door een goed ontwikkeld geweten kun je zelf de balans gaan herstellen van geven en nemen/ontvangen. 

Verder is het belangrijk om geen kinderen voor te trekken. Dat levert onderlinge strijd op. Hierdoor komt bijvoorbeeld het vierde kind op de plek van het eerstgeboren kind. Alle kinderen gaan hiermee van hun plek. Vaak geeft dit uiteindelijk gedonder bij de verdeling van de erfenis. Een laatste advies. Wees als ouder open naar de kinderen over miskramen, abortussen halfbroers/zussen en te jonggestorven kinderen. De kinderen die leven voelen zich incompleet als een broer of zus innerlijk ontbreekt, die onlosmakelijk bij het familiesysteem hoort. Dit geeft altijd onrust bij de kinderen. Vaak gaan de levende kinderen leven volgens het principe ‘het zal mij niet beter gaan dan jou’ waardoor het kind loyaal wordt naar die ‘onzichtbare’ kinderen. 
 

Mocht je in een onveilige situatie zijn opgegroeid: hoe kun je jezelf als volwassene alsnog die veiligheid bieden die je zo gemist hebt?

Je kunt altijd jouw plek in de fontein innemen. Het maakt niet uit of je ouders leven en wat ze gedaan of nagelaten hebben. Het gaat om jouw innerlijke houding. Jouw plek is de plek in de kindsbak onder je ouders in ‘de fontein’. Stel je een fontein voor met verschillende bakken. Bovenin staan je voorouders, daaronder je opa’s en oma’s, dan de bak van je biologische ouders, dan jij in volgende van geboorte van alle broers en zussen, daaronder jouw kinderen en de bak eronder is voor hun kleine grut. En ga zo maar door. Iedereen heeft een eigen en unieke plek. Als je daar innerlijk gaat staan, organiseer je je eigen veiligheid. Je hoeft je veiligheid dan niet meer te halen uit externe bevestiging, uit relaties die te versmolten zijn waardoor je jezelf verliest of dat je relaties juist vermijdt vanwege je angst voor intimiteit en je beslissing ‘ik doe het wel alleen'. Als je op jouw plek in ‘de fontein’ staat, hef je je eigen behoeftigheid op, want je pakt de stroming van ‘de fontein’ op die zo essentieel is om je vervuld en ‘heel’ te voelen. Hoe je dat doet, kun je lezen in mijn boek ‘De fontein, vind je plek’

Op welke gebieden in je leven kan heling plaatsvinden wanneer je met je innerlijke kind aan de slag gaat?

Je innerlijke kind is simpel gezegd dat gedeelte vanzelf waar je je van af hebt gesloten omdat een situatie te heftig en te onveilig was. Dat deel van jezelf heb je dusdanig ‘geparkeerd’ dan wel afgesplitst om de situatie het hoofd te kunnen bieden. Je bent dus een stukje van jezelf kwijt. En daarmee ook een gedeelte van je potentieel. Je kunt bijvoorbeeld je vermogen om te kunnen voelen in dat kindsdeel hebben gestopt, waardoor je minder in staat bent diepe emoties te voelen. Of je vermogen om iemand te vertrouwen en hulp te vragen. Ook is het mogelijk dat je geen toegang meer hebt tot je speelsheid of de capaciteit om risico’s te nemen.

Als het je lukt dat stuk van jezelf, dat je kwijt bent geraakt, weer te integreren in jezelf voel je je niet meer leeg. Ook zul je merken dat je minder compensatiebehoefte hebt voor hetgeen je tekort bent gekomen. Je zoekt bijna altijd naar compensatie en een manier om weg te blijven bij je eigen nare gevoelens, als je een stuk van jezelf bent kwijtgeraakt. Je krijgt minder behoefte aan overvloedig eten, drank, shoppen, gokken, gamen, Netflix etc. Hoe je dat kunt doen beschrijf ik in mijn boek ‘De fontein, vind je plek’. Vaak is hierbij begeleiding van een professional nodig. Door het innerlijke kind weer terug te nemen, ben je weer in verbinding met je volledige zelf. En pas als je met jezelf verbonden bent, kun je je met anderen verbinden. Verbinding geeft kracht en daarmee kun je waardevolle doelen in je leven bereiken. Iemand heeft ooit iets moois gezegd (helaas weet ik niet wie): Als je met je hoofd praat, bereik je het hoofd van de ander. Als je vanuit je hart handelt, bereik je het hart van de ander en als je vanuit je ziel leeft, bereik je de ziel van de ander.  Die verbinding tussen hoofd, hart en ziel zorgt voor heling en maakt je ‘heler’ als persoon in alle relaties. Dus hoe ‘heler’ jij bent, hoe meer impact je hebt.