Dit is de invloed van opgroeien zonder ouders op je leven
Ben jij als kind geadopteerd, als pleegkind opgegroeid in een ander gezin of was één van je ouders uit beeld tijdens jouw jeugd? De verbindende factor in beide geschiedenissen is dat je niet bent grootgebracht door je biologische ouders. En dat heeft gevolgen voor hoe je in het leven staat als volwassene. Thema’s als een sluimerend gevoel van afwijzing ervaren en niet goed genoeg zijn kunnen je leven nu flink beïnvloeden.
Dit is de invloed van opgroeien zonder ouders op je leven
Elk mens heeft een antwoord te vinden op zijn of haar lot met alle omstandigheden en gebeurtenissen die daarbij horen. Daar waar je wieg heeft gestaan, kan van grote invloed zijn op je levensloop. Voor veel mensen is het vanzelfsprekend om bij hun eigen biologische ouders op te groeien. Ze kennen hun familieachtergrond en weten hoeveel broers en zussen er zijn. Dat is niet voor iedereen vanzelfsprekendheid. Soms omvat het lot dat je ouders niet voor je kunnen zorgen en je afstaan na je geboorte. Dit artikel gaat over geadopteerde kinderen en hun families. De dynamieken die ik beschrijf aan de hand van de wetmatigheden van een familiesysteem gelden echter net zo goed voor pleegkinderen.
Wat voor trauma kan het opgroeien zonder ouders bij een kind veroorzaken?
Geadopteerde kinderen worden geconfronteerd met omstandigheden die als mogelijk traumatisch worden ervaren. Afhankelijk van het kind en de omstandigheden, kan een kind dat geadopteerd is ‘butsen en builen’ oplopen. Een risico is dat het geadopteerde kind de biologische ouders innerlijk buitensluit. Voor ieder mens geldt dat je 50% je biologische vader bent en 50% je biologische moeder. Als je hen afwijst, wijs je jezelf af en zul je je altijd ‘leeg’ blijven voelen ondanks alle liefde en successen die je ten deel vallen.
Het is dus belangrijk dat kinderen die zijn geadopteerd zich innerlijk verbinden met hun biologische ouders. Biologische ouders zijn een package deal; al het mooie, het minder mooie en alles wat ze je niet kunnen geven waar je zo naar verlangt. Bij geadopteerde kinderen betekent dit vaak dat de biologische ouders alleen het leven hebben kunnen schenken en daarna waren ze niet meer beschikbaar. Realiseer je dat je hun genen, gezondheid, bepaalde gebaren etc. allemaal in je draagt. Wie weet ben je ook wel heel street-wise, kun je goed doorzetten en ben je een overlever. Dat komt ergens vandaan. Bij het aannemen van de package deal gaat het om je innerlijke houding, niet om wat er wel of niet was. Dat zijn omstandigheden. Dat vraagt uiteraard het een en ander van je, maar het kan even goed leiden tot een prachtig leven zonder trauma of negatieve patronen.
Hoe verhouden adoptieouders en biologische ouders zich tot elkaar?
Loyaliteitsconflicten ontstaan bij het geadopteerde kind als adoptieouders onbescheiden zijn. De biologische ouders zijn de ouders op plek 1 en de adoptieouders op plek 2. Het is uitermate bevrijdend voor een geadopteerd kind als de adoptieouders allebei kunnen uitspreken en naleven: ‘Van ons mag je evenveel van je biologische ouders houden als van ons. Van ons uit ben je altijd vrij om naar hen toe te gaan’ (indien van toepassing in de praktische zin, maar in ieder geval innerlijk). De biologische ouders zouden naar de adoptieouders hun dank kunnen uitspreken, want de adoptieouders hadden deze taak niet op zich hoeven te nemen. Tijdens een ‘familie-opstelling’ geven deze zinnen veel ruimte en waardigheid aan alle betrokkenen.
Hoe werkt het model van "De fontein" bij adoptie?
Ieder kind maakt deel uit van zijn of haar biologische familiesysteem. Adoptieouders horen bij je lot en horen niet bij jouw familiesysteem. Dat adoptieouders nuttige en prachtige rollen kunnen vervullen staat buiten kijf. Stel je familiesysteem voor als een fontein met meerdere bakken met water die elkaar bevloeien. Bovenin staan je biologische voorouders, daaronder je vier opa’s en oma’s en in de bak daaronder staan je biologische ouders. Het maakt niet uit of je ze wel of niet hebt gekend. Jij hoort in de kindsbak onder je biologische ouders in volgorde van geboorte met je broers en zussen, half-broers/zussen, de miskramen en eventuele geaborteerde of verzwegen kinderen (bloedband). In de bak onder jou staan jouw kinderen etc.
Zo heeft iedereen zijn eigen unieke plek. De ene plek is niet beter of meer waard. Jij moet op jouw plek gaan staan in die onzichtbare fontein om de stroming op te vangen die zo helend en gezond voor je is. Je kunt uittekenen dat het in de basis goed gaat met iemand die op zijn eigen unieke plek staat. Even zo goed kan je constateren dat als iemand steeds weer pech, gedoe en tegenslag in zijn leven ervaart, die persoon vermoedelijk niet op de eigen plek staat in de fontein.
In een familiesysteem zitten onzichtbare wetmatigheden. Bijvoorbeeld dat wat je afwijst bij je ouders installeer je onbewust bij jezelf vanuit onbewust loyaliteit. Hoe harder je roept ‘ik wil vooral niet zo worden als zij’ des te groter de kans dat je juist wel zo wordt. Een andere wetmatigheid is dat niets of niemand innerlijk mag worden buitengesloten in een fontein. Dan is de kans groot dat zogenaamde onbewuste identificaties ontstaan. Zonder dat je het weet blijk je het leven te leiden van iemand anders.
Een kind is dus trouw aan het biologische systeem, hoewel je soms je biologische ouders niet bewust hebt meegemaakt. Je innerlijk met je biologische ouders verbinden maakt je vrij om vol in het leven te staan, want dan laat je de onzichtbare wetmatigheden in een familiesysteem juist voor je werken in plaats van tegen je. Zie hiervoor ook mijn boek ‘De fontein, vind je plek’.
Op welke maner kun je hier als volwassene nog steeds last van hebben?
Een geadopteerd kind is onbewust loyaal aan het biologische systeem. Voor een kind is het een hele opgave om het zichzelf goed te laten gaan, terwijl het niet goed gaat met dierbare mensen. De kans is reëel dat het niet zo goed gaat/ging met de biologische ouders. Je bent immers niet voor niets ter adoptie afgestaan. Om succesvol in het leven te staan, moet je je dus over je schuldgevoel heen kunnen zetten. Soms is het makkelijker om jezelf klein te houden dan je volle grootsheid te omarmen. Dan is het verschil tussen jou en je ouders niet zo groot.
Een ander loyaliteitsconflict ontstaat als het geadopteerde kind trouw is aan de adoptieouders die zich wellicht een betere ouder voelen dan de biologische ouders. Of het geadopteerde kind voelt dat het veel ontvangen heeft en iets terug moet geven. Het kind heeft al dan niet bewust opgeslagen dat het is afgestaan en bij de adoptieouders is gaan wonen. Mag het kind dan toch van de biologische ouders houden of heeft dat consequenties? Dit zorgt voor onveiligheid.
Het thema ' afwijzing' zal de rode draad spelen in het leven van kinderen die zijn opgegroeid zonder ouders. Hoe kun je hier los van komen?
Elk kind heeft in de buik gezeten van de biologische moeder (behalve bij draagmoeders). Je hebt negen maanden de hartslag en het stemgeluid van je moeder gehoord. Dat is herkenbaar en geruststellend. Na je geboorte ben je van je biologische ouder(s) gescheiden. De veiligheid die je dacht te hebben, is er niet meer. Opeens zorgen andere mensen voor je. Dat kan mogelijk traumatisch zijn. Het kind kan onder leiding van een overlevingsmechanisme besluiten dat de ouders niet te vertrouwen zijn en het kind stopt met uitreiken. Een gezond jong kind reikt letterlijk en figuurlijk uit door de armpjes te strekken en uit te nodigen om opgepakt en geknuffeld te worden. Een kind dat het vertrouwen heeft verloren reikt niet meer uit. Dat gedrag herhaalt zich vaak in het latere leven.
Doordat het volwassen kind niet meer durft uit reiken, zal het vaker afwijzing ervaren. Dat kan voor afstandelijkheid zorgen. Het kind heeft geleerd ‘ik doe het wel alleen’. En anderzijds is het doodeng om liefde te ontvangen, want het kan opeens van je worden afgenomen zoals de geschiedenis je heeft geleerd. Dan ontstaat ook vaak de twijfel ‘ben ik wel goed genoeg? Als ik liever, aardiger, mooier, slimmer etc. was geweest was het ik misschien niet afgestaan.’ Dat maakt onzeker. Uiteraard zijn dit irrationele angsten. Via goede professionele hulp of ook via opstellingenwerk kan dit geheeld worden.
Zijn er voorbeelden van lastige situaties waar geadopteerde kinderen mee te maken kunnen krijgen?
In mijn praktijk sprak ik een geadopteerde vrouw die steeds als ze voorspoed kon ‘oogsten’ het geluk door haar vingers liet glippen. Het bleek dat zij ter adoptie af was gestaan, omdat haar ouders en twee zusjes bij een natuurramp aan de andere kant van de wereld om het leven waren gekomen. Zij had het overleefd en was in een liefdevol adoptiegezin terecht gekomen en beschikt ze over een gezond stel hersens. Maar haar carrière liep niet voorspoedig. Wat bleek? Ze was ‘onbewust geindentificeerd’ met de slachtoffers van de natuurramp die het niet hadden overleefd. Als je onbewust geidentificeerd bent leef je volgens de dynamiek ‘het zal mij niet beter gaan dan jou’.
Steeds wanneer deze vrouw het succes voor het oprapen had, saboteerde ze zichzelf. Daardoor kon de ‘de oogst’ niet binnen worden gehaald. Zo kon ze trouw blijven aan de slachtoffers van de natuurramp. Tijdens een opstelling kan die grote liefde tussen de slachtoffers van de ramp en haar zichtbaar worden gemaakt. Dit patroon is te doorbreken en ze realiseerde zich dat ze de slachtoffers van de ramp het meeste eerde als ze iets maakte van haar leven, anders zou er nog een slachtoffer zijn gevallen.
Is het mogelijk - zelfs wanneer je biologische ouders jou niet erkennen - om ze toch boven je te plaatsen in de fontein?
Het doet er niet toe of jouw biologische ouders jou kunnen zien (zowel letterlijk of figuurlijk). Het gaat erom dat jij hen ziet en de package deal kan aannemen. Realiseer je dat jouw biologische ouders ook ouders hebben en zij ook weer etc.: jouw hele waaier aan voorouders. Vaak hebben de ouders van de biologische ouders niet goed op hun plek in de fontein gestaan, waardoor er tekorten zijn ontstaan dat vaak generaties teruggaat. Dan is de enige optie die de biologische ouders zien het kind af te staan. Soms vanuit een eigen overlevingsmechanisme, maar het is even goed mogelijk dat ze denken dat hun kind hierdoor een betere toekomst tegemoet gaat. Je weet het niet. Wees mild in je oordeel. Laat bij hen wat van hen is en kijk aan wat van jou is.