Loslaten wat niet van jou is; hoe doe je dat?

Els van Steijn voor holistik.nl
17.04.2019
Loslaten wat niet van jou is; hoe doe je dat?

Door los te laten geef je jezelf ruimte. Je maakt jezelf schoon en in de beschikbaar gekomen leegte kan iets nieuws en moois ontstaan. Als je jezelf niet leeg maakt, ontstaat steeds weer hetzelfde en herhalen patronen zich.

Loslaten is zo’n spiritueel modewoord. Maar wat betekent het in je eigen familiesysteem?

Door los te laten geef je jezelf ruimte. Je maakt jezelf schoon en in de beschikbaar gekomen leegte kan iets nieuws en moois ontstaan. Als je jezelf niet leeg maakt, ontstaat steeds weer hetzelfde en herhalen patronen zich.

Jij bent altijd het kind van je ouders en je maakt onderdeel uit van je familiesysteem. Dat is de onlosmakelijk band met je biologische systeem van herkomst. Een kind (ook als het volwassen is) wil niets liever dan dat het de ouders goed gaat. Onbewust en ook bewust gaat het kind van alles dragen voor de ouders. Je vrolijkt je moeder op omdat ze zo teleurgesteld is in het leven, je neemt als zoon de rol van de vader op je na de scheiding, je deelt je zorgen niet omdat je ouders het al zo druk hebben met je broer of zus die veel aandacht vraagt of je bemiddelt tussen je ouders waar het niet helemaal lekker loopt. De vraag is of je dit wel kunt dragen. Want is het wel van jou? Een wetmatigheid is dat je alleen kunt dragen van wat van jou is. Als je draagt wat niet van jou, is verzwak je uiteindelijk zowel jezelf als de ander. Je kunt de teleurstelling van je moeder niet compenseren, je bent niet je vader waardoor je hem nooit kunt vervangen, jezelf onnodig klein maken omdat het niet goed gaat met je broer dient nergens toe. Kortom, loslaten geeft ruimte en je gaat aankijken wat van jou is. Je gaat verantwoordelijkheid nemen voor jouw leven.

Wat zijn belangrijke thema’s in je familiesysteem om bij stil te staan als het gaat om loslaten?

De twee voornaamste thema’s zijn verantwoordelijkheid overnemen die niet van jou is en je claim loslaten die je meent te hebben op je ouders.
Bij verantwoordelijkheid overnemen die niet van jou is, ga je niet meer oplossen en redden maar ga je met de persoon om de tafel wat hij of zij daar zelf aan kan doen. Je denkt mogelijk wel mee, maar je legt de verantwoordelijkheid voor actie en keuzes bij degene waar het hoort. Soms is het nodig om grenzen te stellen. Loslaten is dus niet je terugtrekken, niets doen en uit verbinding gaan. Dat is jezelf afsluiten. Je zegt ja tegen wat er is (of je dat nu leuk vindt of niet) waarbij je loslaat wat van de ander is en juist aankijkt wat van jou is.

Als kind heb je niets te eisen van je ouders. Je mag alleen aannemen wat er is; niets meer, niets minder. Vaak vinden we dat ouders een beetje raar, vreemd, stom en/of te veel of te weinig hebben gegeven. We geven ons niet over aan de ‘package deal’ die ouders zijn: ‘al het mooie, al het minder mooie en ook alles waar je zo naar verlangt en niet krijgt’. In bijna alle gevallen heb je meer dan genoeg ontvangen, zelfs heel veel, maar toch verbind je je met datgene dat er niet is. Je denkt dan een claim te hebben op je ouders. Dat is niet waar. Je hebt niets te eisen van je ouders. Ze geven wat ze kunnen geven en als ze meer hadden kunnen geven hadden ze dat gedaan. Dat is jouw lot. Dat is jouw gemis en verdriet. Dat is van jou. Dat kun je aankijken en daarna loslaten. Hierbij moet je ook leren om je aanspraak op zogenaamd meer los te laten. Dat recht dat heb je niet. Wat je hebt ontvangen is veel en leer om daarvoor dankbaar te zijn. Wat je meent tekort te zijn gekomen, kun je als volwassene ook zelf organiseren.

Waarom vinden we loslaten zo moeilijk? Heeft het met angst voor de dood of om alleen achter te blijven te maken?

Als klein kind staat loslaten inderdaad gelijk aan doodsangst. Een kind denkt onbewust dat het, als het gescheiden wordt van de ouders, dood zal gaan. Een kind is voor de overleving immers volledig afhankelijk van de zorg van de ouders. Een kind snapt nog niet dat als de ouders wegvallen er altijd nog familie, buren en instanties zijn die zich om hem bekommert. Een kind zal dus alles doen om de ouders bij zich te houden en het hen naar de zin te maken. Vaak neem je dan al allerlei verantwoordelijkheden over die niet van jou zijn. Een kind voelt bijvoorbeeld als een moeder behoeftig is en een tekort aan liefde heeft gehad. De moeder zegt dan dat ze zoveel liefde te geven heeft. Zo’n kind gaat vaak heel aanhankelijk worden om de behoefte van de moeder om liefde te geven te bevredigen. Wie zorgt dan voor wie… Dit gaat overigens onbewust.

Loslaten als volwassene is zo lastig omdat je je schuldig voelt. Je voelt je egoïstisch en hebt het gevoel dat je wegloopt van je verantwoordelijk als je loslaat. Echter alleen een kind denkt dat het onschuldig kan blijven. Als je volwassen wilt zijn, kun je niet om de dynamiek van schuld en onschuld heen. Je kunt niet je leven nemen als je niet voor jezelf durft te kiezen. Je kunt het niet iedereen naar de zin maken. Je maakt altijd wel een ‘wond’ bij iemand (bijvoorbeeld door een relatie te verbreken) of doordat je een opmerking maakt die jij anders bedoelt dan bij de persoon overkomt of door het werk voor je collega’s te laten liggen omdat jij naar de crèche moet rennen om de kinderen op tijd op te halen. Je ontkomt niet aan schuld. De schuld voelen geeft juist kracht, maar die moet je wel ‘verduren’. Dit uithouden van de schuld maakt je volwassen. Een kind wil alleen maar onschuldig zijn. Onschuld is als een drug. Niemand heeft iets op jou aan te merken, je maakt het iedereen naar de zin en je neemt veel verantwoordelijkheid op je schouders die niet van jou is. Zulke mensen worden door de omgeving vaak als ‘heel verantwoordelijk’ gezien. Ik bestrijd dat. Je neemt dan alleen maar verantwoordelijkheid voor andermans leven maar niet voor jouw leven. Vaak moet je dat bekopen met uiteindelijk een burn-out; je hebt niet op tijd verantwoordelijkheid voor jouw leven genomen. De kunst is om los te laten wat niet van jou is en aan te gaan wat wel van jou is in plaats van daarvan weg te lopen. In mijn boek ‘De fontein, vind je plek’ bespreek ik dit zogenaamde ‘lieve brave meisjes/jongetjes syndroom’.

Hoe bepaal je wanneer je iets los mag laten en wanneer het juist wel bij je hoort?

Je stelt jezelf de vraag ‘Wat is van mij en wat is van de ander?’ Op het moment dat je nergens last van hebt, hoef je deze vraag niet te stellen. Maar als je merkt dat je ‘ergens’ last van hebt, dan ga je reflecteren op de vraag ‘wat is van mij en wat is van de ander’.
Als iets wel van jou is, dan mag je het juist niet loslaten. Want wat jij niet draagt, wordt door de volgende generatie gedragen.

Wat is jouw verantwoordelijkheid? Hoe je met een situatie omgaat. Bijvoorbeeld voorbij de boosheid komen omdat je vader agressief was en je eigen eenzaamheid, angst en je ‘rouw’ nemen dat je te jong volwassen moest worden etc. Of dat je jaloers bent omdat je vrienden wel ‘huisje, boompje, beestje’ hebben of juist die baan hebben die jij zo graag wilde hebben maar niet kan omdat je gekozen hebt om parttime te werken. Of als je partner is vreemdgegaan. Je laat de verantwoordelijkheid voor het vreemd gaan bij de ander en ‘vergeeft hem niet’ want dan maak je jezelf te groot. In plaats daarvan laat je het los. Je kiest dan opnieuw voor deze persoon (of niet) en zorgt dat je met je eigen gevoelens en onzekerheden in het reine komt, want die zijn immers van jou en ‘dealt’ met jouw aandeel in dit gebeuren.

Wat is niet van jou? Het lot van de ander en zijn of haar reactie daarop. Het lot van de ander is bijvoorbeeld dat iemand zijn ouders te vroeg verloor en daardoor eenzaam is omdat het geen verbinding uit angst voor mogelijke pijn durft aan te gaan. Of als een ouder overbezorgd is waardoor jij geneigd bent om maar geen spannende dingen te gaan doen (dat is weer van jou) of dat de ander ongelukkig is. Iedereen is altijd zelf verantwoordelijk voor zijn eigen gevoelens. Jij bent nooit verantwoordelijk voor het geluk van de ander.

Wat levert loslaten je op? Bevrijding of leegte?

Loslaten levert vaak `zowel lichamelijke als geestelijke ruimte op. Als je loslaat wat niet van jou is, voel je ontspanning in de spieren in je nek/schouders. Geestelijk voel je je eerst schuldig en daarna licht en zelfs bevrijd. Dat is vaak een nieuw en onbekend gevoel dat spannend kan zijn. De vraag komt op wie jij dan nog bent als je ‘het’ niet meer draagt. Dan kun je zelfs in een identiteitscrisis komen. Dan kies je er soms voor om toch maar weer iets te gaan dragen omdat de nieuwe ruimte ‘te leeg’ voelt. Maar als je weet wie je in essentie bent, wat je waarden en behoeften zijn en als je je lichaam bewoont (waarbij je al je alle gevoelens kunt en wilt voelen), voel je je veilig en heb je een innerlijk kompas. In mijn boek ‘De fontein, vind je plek’ beschrijf ik in twee hoofdstukken hoe je het proces van loslaten verder kunt vormgeven.

Wanneer je een specifiek persoon loslaat; wil je dit hem of haar dan laten weten?

Daar is geen standaardadvies voor. Voel wat jou het krachtigst gaat maken. Vaak is iets met respect afsluiten waardiger dan iets dood laten bloeden. Wil je het de ander wel laten weten, kun je de volgende punten in een brief aan iemand opsturen. Onderstaande stappen gelden overigens ook voor bijvoorbeeld het loslaten van een baan:

  • Je hebt veel voor me betekend ook al neem ik nu afscheid van je.
  • Ik heb je graag gegeven wat ik je geschonken hebt. Dat mag je houden.
  • Dank je wel voor het vele goede dat je me gegeven hebt; dat houd ik in ere.
  • Voor wat er tussen ons is misgegaan neem ik mijn verantwoordelijkheid en ik laat het deel dat van jou is bij jou.
  • Al het goede uit de relatie neem ik mee naar de toekomst. Dank je wel hiervoor.

Dit is een erkenning dat de relatie ooit kostbaar en waardevol is geweest maar dat er nu redenen zijn om toch verder te gaan. Soms werkt een relatie niet of wordt de relatie verbroken door de ander zonder dat je dat zelf wilt. Het is mogelijk dat je zo verbonden bent met een persoon of een baan dat je een stukje van je hart hebt weggegeven. Dat is van jou en moet je wel terugnemen, anders voel je je leeg en blijf je verlangen naar die ander. Je verlangt dan eigenlijk naar een integratie met jezelf. Dus de persoon mag de goede ‘gaven’ van je hart en je talenten hebben en behouden, maar het stukje hart moet je terugnemen.

Heb je een oefening om angst voor het loslaten op te laten lossen?

Angst zit in je lijf. Angst, schuld, spanning voel je in je lichaam. In je hoofd zit de gerationaliseerde versie hiervan. In het artikel dat volgende maand verschijnt ga ik in op emoties die schoonmaken van binnen en welke emoties je beter kunt vermijden. Voor nu een advies hoe je met deze emoties om kunt gaan. Ga in een comfortabele positie zitten met beide voeten op de grond. Je handen rustig op je benen en je kin een beetje naar beneden waarbij je je ogen bij voorkeur gesloten houdt en kijk naar de grond (zelfs met gesloten ogen). Scan je lichaam vanaf je keel tot je liezen en voel waar die emotie zit. Dat kan een kramp, een spanning, een donkerte, zwaarte zijn. Stuur daar ademhaling heen gedurende twee minuten. Je stuurt je ademhaling door je hele lichaam maar je visualiseert de stroming van je ademhaling naar die zware plek. Na twee minuten zal je merken dat je je rustiger voelt en dat een nieuwe ruimte is ontstaan. Maar die minuten moet je wel uithouden, wat soms knap lastig kan zijn.

Hoe kun je een vriend supporten die in een proces van loslaten zit?

Bij medelijden is de kans groot dat je verantwoordelijkheid gaat overnemen die niet van jou is. Bij medeleven laat je datgene waarmee die persoon worstelt bij de persoon en ga je er als het ware naast staan. Je luistert zonder oordeel, bent stil en ga niet te snel troosten. Dan lijkt het alsof het verdriet er niet mag zijn. Geef ook niet te snel advies. Een persoon weet vaak prima wat goed voor hem of haar is. Ze wil alleen even gehoord en gezien worden. Vaak is je aanwezigheid meer dan genoeg. En soms is een praktische ondersteuning ook wenselijk.

Less is more… Je moet dan alleen wel je eigen frustratie uithouden dat je soms niets kunt doen. Die frustratie is van jou en kun je dan weer in je lichaam lokaliseren en daar ademhaling naar toe sturen (zie de oefening hierboven).Als een vriend wegloopt van zijn of haar verantwoordelijkheid kun je daar feedback op geven of zelfs grenzen stellen (als je te veel drinkt mag je alleen langskomen tussen 10.00 uur en 16.00 uur ‘s middags). Als je merkt dat de ander steeds in herhalende emoties komt, die avonden, weken, maanden aanhouden dan zit iemand vast in emoties die de feitelijke pijn afdekken. Dat lost dan niets op. Ook dan kun je feedback geven. In het artikel van volgende maand ga ik hier verder op door. Tot slot: een slang moet om te groeien vervellen. Pas als het zijn huid loslaat, komt daar een grotere en krachtigere slang uit, waarbij de oude slang nog steeds aanwezig is. Hij is alleen ‘meer’ geworden, juist door het loslaten. Wat heb jij los te laten om te kunnen groeien?